Beleid, praktijk en cijfers aangaande niet-begeleide minderjarigen (EMN)

Het syntheserapport stelt de voornaamste bevindingen voor van de studie die in elke lidstaat werd uitgevoerd: "Policies, practices and data on unaccompanied minors (UAMs)". In dit rapport werden de bevindingen van 2008-2009 geüpdated.

Achtergrondinformatie

Deze studie heeft tot doel om up-to-date en vergelijkbare data aan te leveren aangaande niet-begeleide minderjarigen en een stand van zaken te schetsen aangaande de bescherming en beleid van deze groep:

  • Binnenkomstprocedures en verblijfsprocedures voor UAMs die niet in de asielprocedure zitten;
  • UAMs die verdwijnen uit de opvangstructuren; 
  • Regeling mbt de overgang naar 18 jaar;
  • Beleid en praktijk inzake de (vrijwillige) terugkeer van UAMs.

EU syntheserapport

Het syntheserapport kwam stand op basis van de input van 26 EU-lidstaten en Noorwegen. De EMN Inform biedt een samenvatting van het syntheserapport.

Data en profiel van UAMs in Europa (pg.9-11)

  • In 2014 waren er meer dan 24.000 asielzoekende UAMs in de EU + Noorwegen
  • Het aantal UAMs die een asielaanvraag indiende is de laatste jaren aanzienlijk gestegen, voornamelijk in Zweden, Duitsland, Italië en Oostenrijk. Deze stijging van UAMs in de EU is evenwel  minder sterk dan de stijging van totale aantal asielzoekers, waardoor het aandeel van UAMs in de asielpopulatie gedaald is naar 4% in 2014.
  • De meeste asielzoekende UAMs zijn jongens (86%) en 16 of 17 jaar oud (65%).
  • De belangrijkste herkomstlanden zijn: Afghanistan (26%), Eritrea (19%), Syrië (13%) en Somalië (10%).

Wat is de drijfveer van UAMs om naar de EU te komen? (pg.12-14)

  • De beslissing om de reis aan te vatten wordt vaak door de ouders of familieleden genomen
  • Hoewel UAMs niet steeds ten volle inzicht verschaffen in de redenen om naar Europa te komen kan er mits enig voorbehoud worden gesteld dat UAMs die geen asielaanvraag indienen op zoek zijn naar beter onderwijs en voornamelijk economische motieven hebben, terwijl UAMs die een asielaanvraag indienen ook op zoek zijn naar bescherming tegen vervolging of onveiligheid ontvluchten.
  • In welke lidstaat de UAM uiteindelijk terecht komt kan afhankelijk zijn van toeval of externe factoren (smokkelroutes) los van de wil van de UAMs.

Welke binnenkomstprocedures en verblijfprocedures zijn er? (pg. 15-18)

  • UAMs die een asielaanvraag indienen worden in elke lidstaat uiteraard toegelaten tot het grondgebied, maar in de meeste lidstaten geeft men in de praktijk ook toegang tot het grondgebied aan niet-asielzoekende UAMs zonder geldige reisdocumenten.
  • In Noorwegen en Finland worden alle minderjarigen naar de asielprocedure geleid, ook in Zweden en Ierland bestaat er geen specifiek kader voor UAMs die geen asielzoeker zijn (beiden worden even kwetsbaar beschouwd en hebben gelijke toegang tot alle voorzieningen)

Hoe wordt de leeftijdstest uitgevoerd en hoe worden UAMs vertegenwoordigd? (pg. 18-22)

  • In veel lidstaten wordt het voordeel van de twijfel toegepast bij leeftijdstesten, wat echter niet wegneemt dat na leeftijdstest blijkt dat er in een aantal lidstaten relatief veel (self-declared) UAMs niet als minderjarig kunnen worden beschouwd.
  • In de meeste lidstaten is er een voogdijsysteem of specifieke juridische vertegenwoordiging voor UAMs, maar dit is niet overal het geval voor UAMs die geen asielzoeker zijn.

Welke opvangstructuren zijn er voor UAMs? (pg. (23-27)

  • De opvangmodaliteiten verschillen tussen de lidstaten (specifieke opvangcentra, afdelingen in gewone opvangcentra, pleeggezinnen, etc…)
  • Bepalingen mbt duurzame oplossingen voor UAMs zijn vaak niet opgenomen in de regelgeving in de verschillende EU-landen, bepalingen mbt “best interest” meestal wel.

Welke maatregelen bestaan er om de verdwijning van UAMs te voorkomen? (pg. 28-32)

  • In de meeste lidstaten is er beperkt cijfermateriaal beschikbaar mbt het aantal UAMs die verdwijnen uit de opvangstructuren (of voordat ze aan een opvangstructuur zijn toegewezen)
  • De eerste 24 uren na signalering van de UAM blijken cruciaal (ook in België is de verdwijning vooral problematisch in een eerste fase, vaak voordat een voogd kon worden aangesteld).

Wat wanneer de minderjarige 18 jaar wordt? (pg. 33-36)

  • Het verschil in rechten en waarborgen tussen UAMs en volwassenen is groot, zeker voor personen die niet (meer) in een asielprocedure zitten.
  • In weinig lidstaten bestaat er een transitieperiode of vlotte voorbereiding op de overgang.

Kunnen UAMs worden vastgehouden en worden teruggestuurd? (pg. 37-40)

  • In de meeste lidstaten bestaat de wettelijke mogelijkheid om UAMs vast te houden en (gedwongen) te verwijderen. Meestal zijn er wel (strikte) voorwaarden en waarborgen voorzien.

Algemene conclusies, uitdagingen en goede praktijken (pg. 47-48)

  • In verschillende lidstaten zijn er te weinig waarborgen voor UAMs die geen asielzoeker zijn, maar wel enkele goede voorbeelden (oa Scandinavische landen, maar ook België, IE, UK, DE en NL)
  • In de meeste lidstaten is er ruimte voor betere samenwerking tussen de verschillende actoren (politie, opvanginstanties, migratie instanties, etc..) in het bijzonder mbt verdwijningen van UAMs.
  • Te weinig vergelijkbare statistische gegevens over de lidstaten heen mbt UAMs die geen asielzoekers zijn, het aantal verdwijningen en een gebrek aan indicatoren voor duurzame oplossingen en indicatoren mbt uitkomst voor UAMs die 18 jaar zijn geworden.

Nationale bijdragen

De Beglische bijdrage voor het syntheserapport en nationale bijdragen van andere lidstaten en Noorwegen kunnen worden geraadpleegd via bovenstaande link op de website van DG Home.

 

Publication Date:
do 04 jun 2015
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype:
Opdrachtgever:
Trefwoorden: